naam | wilgeroosje knikkend | latijn | chamerion angustifolium |
soort | kruid | familie | teunisbloem |
maat max cm | 160 | plaats | op vochtige grond |
overleef vorm | hemikryptofyt | giftig | nee |
meerjarig plant met winterknoppen op of iets onder de grond | |||
plant indeling | |||
familie | teunisbloem | latijn | onagraceae |
orde | mirteachtigen | orde latijn | myrtales |
clade | rosiden | clade latijn | Rosiden |
zaadlobbig | tweezaadlobbig | zaadlobbig latijn | eudicots |
zaad / sporen | bedektzadigen | zaad / sporen latijn | angiospermae |
klasse | vaatplanten | klasse latijn | tracheophyta |
bloem | |||
geslachts verdeling | eenhuizig tweeslachtig | bloeiwijze | tros |
bloeitijd | zomer | bloem kleur | roze |
bloem vorm | bloem stand | opgericht | |
bloem type | tweezijdig symmetrisch | eigenschap | |
bloem bladeren | 4 | kelk bladeren | 4 |
soort_beharing_bloem | vruchtbeginsel | onderstandig | |
meeldraden | 8 | stampers / stempels | 1 / 4 |
kleur meeldraden | kleur stampers | ||
blad | |||
blad kleur | groen | blad vorm | lancetvormig |
blad rand | gegolfd | ||
blad stand | verspreid | blad top | spits |
blad voet | afgerond | blad voet steunblaadjes | nee |
blad steelvorm | geen bladsteel | bladnerf | |
steel | |||
steel kleur | rood | steel vorm | rond |
steel behaard | ja | stand beharing stengel | |
soort beharing stengel | wortel | wortelstok | |
zaad | |||
zaad kleur | rood | zaad vorm | langwerpig |
zaad peul | doosvrucht | vrucht behaard | |
zaadkamers | |||
zaden per kamer min | zaden per kamer max | ||
speciaal | 1 stijl met 1 of 4 stempels (in kruisvorm). Meerjarig, tweeslachtig of een/tweeslachtig in 1 bloeiwijze. | ||
opmerk | Wilgenroosjes, vroeger als familieleden gezien, uit dna onderzoek is gebleken dat planten niet verwant zijn. | ||
verwissel | Harig Wilgenroosje. Beide planten kunnen tot ongeveer 1,5 m hoog worden, beide hebben wilgachtige blaadjes die er echter anders uitzien, nerfstructuur en stevigheid blad. Wilgenroosje heeft vaak een rode stengel en rode kelkblaadjes die in de bloem doorschijnen, bij Harig W. zijn deze groen en de kelkblaadjes aan de voorkant van de bloem niet zichtbaar. Bij Harig W. zitten er (groene) blaadjes tussen de bloemen in de tros, bij Wilgenroosje zit er geen blad in de tros. Bij Wilgenroosje staan de bloemblaadjes in een plat vlak, waarbij bloemblaadjes 1 en 4 tegenover elkaar staan en 2 en 3 aan de bovenzijde van de bloem ertussen, aan de onderzijde dus geen bloemblaadjes, door het platte vlak komen stijl en/of meeldraden ver naar buiten, tweezijdig symmetrisch. Er zijn bloemen met stempel en meeldraden of met alleen meeldraden. Bij Harig W. staan de 4 bloemblaadjes rondom, niet geheel vlak uitgestrekt, waardoor enigszins een kokertje gevormd wordt, waardoor alleen de stijl, indien volgroeid, buiten de bloem hangt, meeldraden vallen binnen kokervorm, 4zijdig symmetrisch. | ||
wilgenroosje harig | |||
link |
tweezaadlobbig | ||
20161025-232739 |